Maurice Veldman is sinds 1989 als advocaat werkzaam in Amsterdam. De afgelopen 25 jaar heeft hij zich gespecialiseerd in alle facetten van het gedoogbeleid van cannabis. Zowel de teelt van cannabis als de verkoop door coffeeshops rekent hij tot zijn specialisatie. Specialistische kennis van zowel het strafrecht als bestuursrecht is vereist bij het oplossen van de dagelijkse problemen rond de handhaving van het gedoogbeleid. Ook in de strafrechtelijke aanpak van hennepteelt is Maurice Veldman gespecialiseerd. Hij staat dagelijks coffeeshophouders en henneptelers bij als zij in problemen komen met de overheid. Zowel de voordeur als de achterdeur van coffeeshops wordt gekenmerkt door een dynamische ontwikkeling van regelgeving die steeds complexer en omvangrijker wordt. Eén fout in het straftraject kan het einde van de coffeeshop betekenen omdat de vergunning wordt ingetrokken.

Ook henneptelers krijgen steeds meer te maken met bestuursrechtelijke sanctionering. Het strafrecht speelt in de praktijk regelmatig een minder grote rol dan het bestuursrecht. Als justitie strafrechtelijk geen middelen heeft een hennepteler aan te pakken komt vaak het bestuursrecht om de hoek kijken. De gevolgen hiervan kunnen groot zijn.

In de interactie tussen het strafrecht en bestuursrecht is Maurice Veldman bij uitstek gespecialiseerd.

Al vanaf zijn eerste dagen als student rechten heeft Maurice Veldman zich beziggehouden met de ongelijke verhouding tussen het individu en de staat. Die verhouding is kenmerkend voor zowel het strafrecht als het bestuursrecht.

Maurice Veldman is lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten. In 2011 behaalde hij het certificaat van de Grotius specialisatieopleiding Algemeen Bestuursrecht.

Lees hier een interview met Maurice Veldman in het Advocatenblad.

Expertisegebieden

Mr. M. Veldman heeft in het rechtsgebiedenregister van de Nederlandse orde van advocaten de volgende hoofd- (en sub) rechtsgebieden geregistreerd:

– Algemene praktijk (sub: bestuursrecht en strafrecht);
– Strafrecht.

Op grond van deze registratie is hij verplicht elk kalenderjaar volgens de normen van de Nederlandse orde van advocaten tien opleidingspunten te behalen op ieder geregistreerd hoofdrechtsgebied.