AMSTERDAM. Het is maar één uitspraak, van de strafrechter in Breda. Door een enkele rechter bovendien, niet een meervoudige kamer. Maar toch is de uitspraak, over een zogeheten growshop, opmerkelijk. Het is een van de eerste uitspraken over het verbod dat 1 maart van kracht werd op de verkoop van materialen voor de hennepteelt, zoals lampen, zaden en potgrond. En de rechter toont zich kritisch over het daadkrachtig optreden van het OM tegen de growshops.

Het OM kondigde dit voorjaar met veel bombarie een forse uitbreiding aan van de strijd tegen de cannabishandel. Niet alleen de hennepkwekers en -handelaren zelf worden aangepakt, maar ook iedereen die ze daarbij behulpzaam is. Door auto’s te verhuren bijvoorbeeld, of financiële diensten te verlenen aan kwekers. Of door het verkopen van lampen en potgrond, zoals de growshops doen. „Er zijn 56 growshops met een gemeentelijke vergunning en nog enige honderden zonder vergunning. Er zal er geen een van overblijven”, zei hoofdofficier Nieuwenhuizen in maart.

Advocaat Maurice Veldman heeft veel growshops als klant. Hij vroeg voor één van hen de in beslag genomen voorraad terug, zoals lampen, droogrekken, en mest. En kreeg gelijk van de rechter.

Download hier het artikel uit NRC in PDF