Gisteren deed de rechtbank Maastricht uitspraak in enkele zaken waarin vragen werden beantwoord over de grenzen van het growshopverbod. Met deze uitspraken kwam meer duidelijkheid over de strafbaarheid van het aanbieden van zaken als assimilatielampen, afzuigers, koolstoffilters en luchtbevochters. Zeg maar het traditionele arsenaal dat vroeger werd aangeboden door growshops. Na een jaar van veel geharrewar en onzekerheid kunnen voorlopig de volgende conclusies worden getrokken.

 

Criminele intentie

Bij het te koop aanbieden van alledaagse voorwerpen die ook in bouwmarkten en tuincentra worden verkocht, moet sprake zijn van een objectiveerbare criminele intentie. De verkoper moet opzettelijk, dus willens en wetens, grootschalige henneptelers faciliteren. Uit objectieve omstandigheden moet blijken dat hij de bedoeling had de grootschalige hennepteelt te helpen en dit moet aan de hand van deze bewijzen hard kunnen worden gemaakt.

Een stuk vager wordt het als geen sprake is van een duidelijke criminele intentie, maar de verkoper toch ernstige reden moet hebben om te vermoeden dat hij niet aan een tomatenkweker levert maar aan een hennepteler. Dat is het geval als niet alledaagse voorwerpen worden aangeboden, zoals het geijkte assortiment telersbenodigdheden dat in de grote hennepteelt wordt gebruikt. Wat is het noodzakelijke bewijs voor een veroordeling? In drie verschillende zaken geeft de rechtbank antwoord

 Slakkenhuizen en koolstoffilters

Als eerste kwam een winkel in bloemen-, planten en tuinbenodigdheden annex dierenspeciaalzaak aan de beurt. In het magazijn lagen slakkenhuizen en koolstoffilters. Verder werd een catalogus van een groothandel in beslag genomen en lagen in de winkel voedingsmiddelen, kachels, ventilatoren en wat dies meer zij. Ook stond er een kweektent. Voor de politie een typisch gevalletje growshopverbod. Maar de exploitant verweerde zich door aan te voeren dat de slakkenhuizen en koolstoffilters bestemd waren voor duivenmelkers. De kweektent stond in de winkel vanwege de rage die ontstond toen Albert Heijn moestuinpotjes verkocht.

 Leven niet zo simpel

De officier van justitie beweerde de hele zittingsdag in alle zaken dat zonneklaar is dat deze typische spullen en dan vooral de combinatie ervan voor hennepteelt bedoeld zijn en dus altijd strafbaar zijn. Daar hoef je volgens de officier verder geen woorden aan vuil te maken. Dat het leven niet zo simpel in elkaar zit als deze officier beweert, volgt wel uit de uitspraken van de rechtbank.

Veel waarde hecht de rechtbank aan het antwoord op de vraag of de winkel kan worden aangemerkt als een klassieke growshop. Dat was in deze zaak niet het geval. Ook van belang vindt de rechtbank of de winkel vroeger wel een klassieke growshop was. Als dat zo is dan is dat nu niet bepaald een ontlastend feit. Integendeel, mensen met een growshopverleden moeten extra op hun tellen passen.

Officier met de mond vol tanden

Nu komt de criminele intentie weer om de hoek kijken. Het aanbod van de spullen is immers ook in bouwmarkten en tuincentra verkrijgbaar. Het gaat om reguliere spullen. De verdachten hadden een plausibele verklaring en leverden niet aan grote henneptelers maar aan duivenmelkers. Het slakkenhuis was voor een duiventil bestemd. De officier van justitie stond met de mond vol tanden. Er was volgens de rechtbank geen criminele intentie en de verdachten werden vrijgesproken.

Maar in een andere zaak kwam de verdachte daar niet mee weg. Deze ongelukkige verdachte had toch echt te weinig gedaan om zijn vroegere klassieke growshop te veranderen in een winkel die niet de karakteristieke uitstraling van een growshop heeft.

 Reclamefolders

Bij deze verdachte werd het geijkte assortiment growshopspullen te koop aangeboden. Er hingen reclameposters met groei- en bloeimiddelen voor de hennepteelt. Er lagen allerlei folders met informatie over hennepteelt, plus onderdelen voor een Tumble Trimmer en alle attributen werden aangeboden voor een juiste groeicultuur van hennepplanten (assimilatielampen, armaturen, groeimiddelen, schakelaars, regelaars, droogrekken etc.).

De verdachte beweerde dat hij voor 1 maart vorig jaar alle goederen voor de beroepsmatige teelt had verwijderd uit de winkel en in de kelder had opgeslagen. Deze kelder was ook toegankelijk voor vaste klanten. Dat was nu niet bepaald handig en die uitleg werkte zeker niet mee aan een vrijspraak. De verdachte beweerde na 1 maart 2015 uitsluitend nog aan hobbytelers te leveren en dat hij zijn klanten vertelde dat de spullen niet bestemd zijn voor de illegale teelt. Is hier sprake van een criminele intentie?

De rechtbank was snel klaar met deze verdachte. Uit de combinatie van alle spullen en informatie over hennepteelt kan het niet anders zijn dan dat deze bestemd waren voor de grote hennepteelt, vond de rechtbank. Sterker nog, de verdachte wist gewoon dat hij spullen aanbood voor de grote hennepteelt. Het verhaal over kleine thuisteelt werd in één zin van tafel geveegd.

 Politie nalatig

In de derde zaak stond een cliënt van mij terecht over wie ik in mijn vorige column al schreef. Het desbetreffende bedrijf levert business to business aan buitenlandse tuindersbedrijven over de hele wereld. De officier van justitie verslikte zich lelijk in deze zaak, zoals uit de uitspraak mag blijken. Mijn cliënt had zich terdege laten voorlichten en had zelfs een seminar ‘niet gaan doemdenken’ over de reikwijdte van de growshopwet gevolgd.

De inbeslaggenomen goederen kunnen met zekerheid voor de grootschalige hennepteelt worden gebruikt. Dat staat vast. Maar dat is niet voldoende voor een veroordeling, oordeelde rechtbank. Er moet immers ook nog sprake zijn van een criminele intentie. De politie had, zoals vaker gebeurt, nagelaten onderzoek te doen naar de afnemer van cliënt. De rechtbank was snel klaar met de beschuldiging van de officier van justitie en sprak vrij. Alle inbeslaggenomen goederen moeten terug worden gegeven.

Pollinators

Gisteren stond ik met alweer een geval growshopverbod voor de Haarlemse rechtbank. Dit keer was Mila van Pollinator aan de beurt. Zij verkoopt Pollinators, dit zijn apparaatjes waarmee zuivere THC kan worden gehaald uit hennepblaadjes. Dat gebeurt dus per definitie ná de oogst. Met grootschalige hennepteelt heeft dit dus niets van doen. Dit was heel lastig uit te leggen aan de rechtbank. We hadden Ice-O-Lator en een Pollinator meegenomen. Volgens de parlementaire toelichting is Ice-O-Lator een hulpmiddel dat in de grootschalige hennepteelt wordt gebruikt. Wij legden geduldig uit dat dit echt onzin is. Toen de voorzitter van de rechtbank begreep dat Ice-O-Lator een geconcentreerd eindproduct is met een enorme psychoactieve werking riep hij dat je dit product dus heel goed kan versnijden. Met de moed der wanhoop legden we uit dat je cannabisproducten niet kan versnijden.

Ik heb de stellige indruk dat er nog lang geen einde komt aan deze vorm van werkverschaffing die het growshopverbod ten gevolge heeft. We gaan dus gewoon lekker door.

 

Amsterdam, 23 maart 2016