Steeds als ik deze minister hoor denk ik: O, o, o Opstelten toch! Hoe kun je dit nou zeggen? De eerste O staat voor onzinnig, de tweede O staat voor onjuist en de derde O staat – met enige regelmaat- voor onrechtmatig. Tijdens het onlangs gehouden drugsdebat (deel 1) luisterde de bewindsman aandachtig en zei hij gelukkig niets.

Op dit debat heeft iedereen vier jaar gewacht.
Anderen deden het woord en het werd een ontluisterende ervaring om sommige volksvertegenwoordigers zo onhandig te zien opereren. Weemoed maakte zich van mij meester naarmate de avond vorderde. Het vertrouwen in politici is bij velen al jaren tot onder het vriespunt gedaald, maar wat ik tijdens dat drugsdebat zag en hoorde tartte elke beschrijving.

Het begon overigens met een prima betoog van Boris van der Ham (D66), de aanjager van het debat. Hij werd opgevolgd door Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink van de ChristenUnie, die ervoor zorgde dat het niveau met hyperventilerende snelheid tot ver onder het nulpunt daalde. Deze dame verklaarde het Nederlandse drugsbeleid failliet en noemde de gevolgen van het gedoogbeleid voor de volksgezondheid, veiligheid en het sociale leven verwoestend. Coffeeshops moeten uit het straatbeeld verdwijnen, aldus deze protestantse kruisvaarder, want ze veroorzaken overlast en moeten weg van scholen. Eigenlijk was het ondoenlijk om dit heilloze gezwam aan te horen. Wat is er in godsnaam misgegaan met de beeldvorming omtrent coffeeshops?

Gereformeerde ontkenning

Het probleem is dat deze streng belijdende volksvertegenwoordiger een achterban heeft die uitsluitend afkomstig is uit een besloten streng-christelijk milieu. Al wat ze zei was gespeend van elke realiteitszin en ze gaf er blijk van over geen enkele kennis van zaken te beschikken. Nadat ze was gewezen op het feit dat minderjarige jongeren helemaal niet in coffeeshops mogen komen en het afstandscriterium dus geen enkel doel dient, beweerde het Kamerlid doodleuk dat deze maatregel toch moet worden ingevoerd bij wijze van symboolpolitiek.

Knetterhigh

De ChristenUnie wil ook dat lagere scholen worden opgenomen in het afstandscriterium. Navraag leerde dat dit al is becijferd door drie burgemeesters: In Amsterdam zou dit ertoe leiden dat slechts 46 coffeeshops overblijven, in Rotterdam 7 coffeeshops en in Utrecht slechts 6. Ik heb niets van deze dame gehoord dat in de verste verte leek op een bruikbare bijdrage aan het debat. Integendeel, door deze gereformeerde ontkenning van bewezen waarheden en het doelbewust liegen en verdraaien van feiten was het beter geweest dat het debat niet had plaats gevonden.

De heer Dibi (GroenLinks) stelde dat het niet anders kan dat CDA, VVD en PVV knetterhigh waren toen zij samen met de ministers Opstelten en Schippers het nieuwe drugsbeleid verzonnen. Was dat maar waar. Naarmate de tijd verstreek werd duidelijk waar het allemaal om te doen is: het gaat in het geheel niet meer om argumenten die door feiten worden ondersteund, nee, het gaat erom dat coffeeshops moeten sluiten. Daar worden verzinsels bijgehaald waarvan vast staat dat deze onjuist zijn, maar dat doet er al lang niet meer toe. Sinds minister Opstelten is aangeschoven veroorzaken coffeeshops plots overlast. Het is al jaren duidelijk -en dit wordt door vele burgemeesters in den lande met zoveel woorden onderschreven- dat coffeeshops juist geen (noemenswaardige) overlast veroorzaken. Dit blijkt tevens uit cijfers die ik van de Amsterdamse politie kreeg. Die onderstrepen nog eens een keer dat coffeeshops, in tegenstelling tot cafés en cafetaria’s, helemaal geen overlast veroorzaken. Ook de Universiteit van Amsterdam deed onderzoek hiernaar en kwam tot de conclusie dat coffeeshops en overlast geen duo vormen. Dat zijn de feiten, maar daar gaat het inmiddels niet meer om.

Protestantse Taliban

Het gaat het CDA en de vertegenwoordigers van de protestantse Taliban slechts om het doel: weg met alles dat met drugs te maken heeft. Ook als dit doel alleen kan worden bereikt door middel van allerlei on-Bijbelse vormen van list en bedrog geniet dat kennelijk nog steeds goddelijke goedkeuring. De PVV huilt braaf mee met de wolven en haalt de strijd tegen de georganiseerde misdaad stelselmatig in de war met het treiteren van de bonafide exploitanten van de coffeeshops. Opvallend is dat de PVV-woordvoerder in dit dossier wordt vertegenwoordigd door André Elissen, in een grijs verleden hoofd van de Unit synthetische drugs die in de jaren ‘80 de strijd aanbond met de ecstasylaboratoria in Zuid Nederland. Elissen werd daarna beleidsmedewerker bij het Ministerie van Justitie en is nu dus woordvoerder van de PVV als het gaat om het drugsbeleid. Van die taak kwijt de PVV’er zich bekwaam, zij het dat hij hard- en softdrugs steevast door elkaar haalt. Sluw is de wijze waarop hij coffeeshops telkens vereenzelvigt met georganiseerde misdaad. Een loze vergelijking, maar de PVV-vertegenwoordiger denkt waarschijnlijk dat als je een leugen maar vaak genoeg herhaalt vanzelf waarheid wordt. Politiek anno 2012 draait uiteindelijk niet meer om de werkelijkheid, maar om de ‘spin’.

Dan was er nog de VVD’er Van der Steur, voormalig advocaat, die niet veel meer wist te melden dan dat hij tegen drugs en coffeeshops is en voor het overige heel veel woorden nodig had om niets te zeggen. De SP deed nog een duit in het zakje door – terecht – een punt te maken van de achterdeur, waar eigenlijk alles om te doen is. Maar dat was tegen dovemansoren gericht. De vertegenwoordigster van de ChristenUnie was toen al afgehaakt en zat in de trein naar haar coffeeshoploze thuisland ergens op de Veluwe.

Georganiseerde misdaad

De conclusies na dit weinig verheffende Kamerdebat stemmen niet vrolijk. Inmiddels maken coffeeshops in de beeldvorming van een groot deel van de Kamer integraal deel uit van de georganiseerde misdaad. Zo simpel zit het leven volgens dit kabinet in elkaar. Georganiseerde misdaad rond de export van cannabis wordt stelselmatig in één adem genoemd met de exploitatie van coffeeshops. Verschil tussen hard- en softdrugs doet er in deze primitieve visie al ook niet meer toe, terwijl dat onderscheid toch echt de peiler is van het Nederlands drugsbeleid sinds 1976.

Het was al met al een teleurstellend schouwspel. Het niveau van het debat noopt tot de conclusie dat het wellicht beter is helemaal niet meer met christelijke politici in debat te gaan over coffeeshops. Ze snappen er namelijk helemaal niets van en geloven fanatiek in hun eigen van iedere realiteit losgezongen verzinsels. Inmiddels wordt het voor iedereen die hecht aan enige ratio steeds moeilijker dit kabinet nog langer te gedogen.

Amsterdam, 22 maart 2012              Maurice Veldman

Dit artikel verscheen in april 2012 in het maandblad Essensie