Hoewel de herfst zijn intrede heeft gedaan liep de temperatuur in Amsterdam voor sommigen toch hoog op de laatste weken. Het was vooral erg spannend voor 15 Amsterdamse coffeeshopexploitanten die op de lijst staan om over ruim anderhalve maand de deuren te sluiten. Het is de laatste groep van in totaal 27 coffeeshops die nog moeten worden geofferd in de hoofdstad. De afgelopen anderhalf jaar moesten 11 coffeeshops hun bedrijfsactiviteiten staken en werden tientallen personeelsleden gedwongen ontslagen.

Zijn de argumenten om door te gaan met sluiten nog wel houdbaar?

Moratorium tot uitspraak Hoge Raad in wietpasproces

Op 1 januari a.s. is de laatste groep aan de beurt, althans dat was de bedoeling. Maar de burgemeester heeft zich voorlopig bedacht nadat een meerderheid van raadsleden onder leiding van D66 -fractievoorzitter Jan Paternotte een dringend appèl deed om de sluitingen uit te stellen tot de uitspraak van de Hoge Raad in het wietpasproces dat de BCD e.a. voeren. Deze ambitieuze en bevlogen politicus wilde Amsterdam behoeden voor nog meer nadelige gevolgen van het afstandscriterium.

Knieval van de burgemeester

De discussie spitste zich toe op de motieven van de burgemeester om gewoon door te gaan met sluiten. Vanwege de dreiging van het invoeren van het ingezetenencriterium heeft Van der Laan in 2013 in Den Haag de knieval moeten maken door te beloven tientallen coffeeshops te sluiten. De burgemeester kon niet anders, zo betoogde hij. Ook benadrukte hij dat hij eigenlijk ook tegenstander van het puur op symboolpolitiek berustende afstandscriterium is, maar niet anders kon.

Toeristen welkom in Amsterdamse coffeeshops

Het weren van toeristen uit coffeeshops is een scenario dat in geen geval bewaarheid mag worden, aldus Van der Laan. Daar heeft de burgemeester natuurlijk groot gelijk in. Maar dan moet wel vast staan dat de handhaving van het ingezetenencriteirum landelijk kan worden opgelegd en ook Amsterdam op een dag moet buigen. Is dat wel zo?

Ingezetenencriterium: van medebewind naar autonomie

De handhaving van coffeeshopbeleid is op de eerste plaats lokaal maatwerk. Er zijn slechts enkele regels waar landelijk niet van mag worden afgeweken. Deze hebben betrekking op de criminaliteitsbestrijding, internationale betrekkingen of de volksgezondheid, zoals de minimale leeftijd van 18 jaar en de eis dat onder geen beding harddrugs aanwezig mogen zijn. Over de 500 gram handelsvoorraad wordt dezer dagen koortsachtig overleg gevoerd met Den Haag, dit laat ik voor nu even buiten beschouwing.

Maar hoe zit dit nou met het ingezetenencriterium? Dat deze in vrijwel het hele land niet wordt gehandhaafd zegt eigenlijk al genoeg over de houdbaarheidsdatum van het uitgangspunt dat landelijke handhaving een verplichting voor alle burgemeesters is.Bij de parlementaire behandeling van het ingezetenencriterium werd vastgehouden aan ministerieel toezicht op de handhaving, dus geen vrijheid van de burgemeester om de maatregel niet te handhaven. We spreken nog over het Opstelten-tijdperk.Gaandeweg bleek dat burgemeesters de maatregel echt niet zagen zitten en ontstond breed verzet. Zo noemde de burgemeester van Utrecht de wietpas ‘een medicijn voor een ziekte die we niet hebben’.Toen bleek dat lokale gebruikers coffeeshops meden werd het besloten club-criterium allerhaast afgeschaft. Dit gebeurde op verzoek van vele burgemeesters, aldus de minister destijds. Nu is het ingezetenencriterium hetzelfde lot beschoren.

Ingezetenencriterium is een bevoegdheid van de burgemeester

Vorig jaar werd de handhaving van het ingezetenencriterium dan ook plotseling veel genuanceerder geïnterpreteerd dan in de Opstelten-tijd, toen de Amsterdamse burgemeester moest beloven het afstandscriterium in te voeren. Ook dit kwam nadat het gros van de burgemeesters liet weten geen drugstoerisme te kennen en de maatregel niet te willen handhaven.

Dat de minister naar de actuele inzichten moest handelen blijkt uit zijn uitspraak dat in het huidige beleid nadrukkelijk ruimte wordt gegeven aan betrokken gemeenten bij de handhaving van het ingezetenencriterium. Bij het antwoord op de vraag wel of geen toeristen in coffeeshops wordt aangesloten bij het lokale coffeeshop- en veiligheidsbeleid. Precies zo zei de minister het vorig jaar en dat is een hele nieuwe interpretatie van een gedrocht van een maatregel.

Dat alleen het lokale gezag bepalend is kan ook niet anders, want zodra het om handhaving van de openbare orde gaat is de burgemeester het enige bestuursorgaan dat exclusief beslist over het nemen van maatregelen ter bestrijding van ordeverstoringen. Het ingezetenencriterium is ingevoerd om grootschalige ordeverstoringen in het zuiden des lands een halt toe te roepen en heeft dus alles te maken met een bevoegdheid die is voorbehouden aan de burgemeester. Niks landelijke invoering dus.

Het gekke is dat ik tijdens het wietpasproces vorig jaar in het Haagse hof nog heb voorgesteld de procedure te royeren als het invoeren en handhaven van ingezetenencriterium een burgemeestersbevoegdheid wordt. Vertegenwoordigers van het Ministerie van Veiligheid en Justitie wezen mijn voorstel resoluut van de hand. Enkele maanden later preciseerde de minister de werking van het ingezetenencriterium exact zoals wij voorstelden tijdens het wietpasproces.

De burgemeester van Amsterdam betoogde dat hij wel door moest gaan met het afstandscriterium omdat het ingezetenencriterium anders ook in Amsterdam ieder moment op bevel van de minister kon worden ingevoerd. Ook zei hij een man van zijn woord te zijn.

Dat laatste lijdt geen twijfel, maar als je de toelichting leest van de huidige minister of toeristen door heel Nederland uit coffeeshops verplicht moeten worden geweerd, dan blijkt er dus ook voor Amsterdam geen enkele verplichting te bestaan en kan de maatregel dus niet dwingend worden opgelegd.

Kamervragen

Intussen bedienen christendemocratische zedenprekers met een opvallend gebrek aan kennis zich van ferme taal door de minister te vragen waarom Amsterdam het afstandscriterium aan zijn laars lapt.

Welnu Kamerleden, dat doet Amsterdam helemaal niet omdat al sinds begin vorig jaar tijdens schooluren coffeeshops die te maken hebben met een afstandscriterium pas om 18.00 uur de deuren mogen openen. Dan zijn alle scholieren thuis braaf huiswerk aan het maken en is voldaan aan de eis dat coffeeshops niet zichtbaar mogen zijn rond scholen.

Er is geen houdbaar argument voor de burgemeester om door te gaan met het afstandscriterium. Het werkt niet, dat is algemeen erkend en het ingezetenencriterium kan niet dwingend worden opgelegd als het lokale bestuur dit niet wil. Dit laatste betekent dat deze maatregel nooit een reden kan zijn om door te gaan met het sluiten van coffeeshops.

Welke argumenten zijn er verder nog?

Een ander veel gehoord argument om het mes te zetten in het aantal Amsterdamse coffeeshops is het volgende. Amsterdam telt momenteel 174 coffeeshops. Rotterdam, Den Haag en Utrecht hebben samen 85 coffeeshops. Amsterdam huisvest meer dan het dubbele aantal coffeeshops dan de overige drie grote steden samen. Daarom kan het aantal in Amsterdam best flink dalen, Amsterdam moet niet zeuren, is het ook door de burgemeester meerdere malen herhaalde betoog.

Op het eerste gezicht lijkt hier wat voor te zeggen, maar schijn bedriegt. Vergeet niet dat het aantal toeristen dat Rotterdam, Den Haag en Utrecht jaarlijks trekt  verbleekt bij de massale stroom toeristen die jaarlijks in Amsterdam neerstrijkt.  Amsterdam telde vorig jaar 5,3 miljoen toeristen, terwijl de overige drie grote steden samen amper een miljoen toeristen ontvingen. Van de toeristen die Amsterdam bezoeken komt ongeveer één derde in een coffeeshop.

Het is bekend dat toeristen vaak verschillende coffeeshops bezoeken en meestal enkele dagen blijven. We hebben het dus over miljoenen bezoekers meer dan in de overige drie steden samen.

Als je bedenkt dat het aantal toeristen in Amsterdam sinds 2000 met 56% is toegenomen en deze stijging in rap tempo doorgaat dan kan de conclusie niet anders zijn dan dat coffeeshops niet langer mogen worden gesloten.

Doelstelling aantal sluitingen ruimschoots gehaald

Daarnaast: de gemeente lijdt geen gezichtsverlies als er vanaf nu geen shops meer dicht gaan: in de strategienota Hart van Amsterdam uit 2009, waarin de 1012-plannen van de gemeente uit de doeken werden gedaan, kondigde de gemeente aan het aantal coffeeshops in postcodegebied 1012 te willen halveren van 76 tot 38. Wel, dat doel is nu al hoog en droog bereikt: er zijn in alle voortvarendheid nu nog maar 35 coffeeshops over in het hart van de stad. De hoogste tijd dus, ook in het licht van de eigen beleidsvisie van de gemeente, dat er coffeeshops bij komen om aan de vraag te voldoen.

Amsterdam, 9 november 2015