De alom gevreesde Wet Bibob leidt van tijd tot tijd tot ophef, onbegrip en verontwaardiging. Deze wet is ooit bedacht om te voorkomen dat een vergunning wordt gebruikt om strafbare feiten mee te plegen. Burgemeesters zien het niet zitten om criminele activiteiten te faciliteren

met een vergunning. Dat klinkt niet meer dan logisch. Maar de verkoop van cannabis is strafbaar, ook als deze activiteit wordt gedoogd. Burgemeesters faciliteren met hun gedoogverklaring daarom per definitie strafbare feiten als het gaat om coffeeshops. Hoe zit het dan met deze wet?

In de cannabisbranche leidt de Wet Bibob tot onrechtvaardige situaties die schreeuwen om verbetering. Met de Wet Bibob kan elke burgemeester iedere coffeeshop sluiten. En dat is nou precies wat het Landelijk Bureau Bibob beoogt. Deze onderafdeling van minister Opstelten heeft zich de afgelopen jaren ontpopt als een machtig instrument om coffeeshops te sluiten, ook als de verwijten direct samenhangen met de gedoogde verkoop van cannabis. Dit bureau adviseert burgemeesters op dwingende wijze tot sluiting.

 

De negatieve adviezen van het Landelijk Bureau Bibob worden door rechters én burgemeesters beschouwd als een Salomonsoordeel en het is vast gebruik om dit oordeel niet te betwisten. De Bibobjuristen van het ministerie zijn sinds jaar en dag door de hoogste rechter gepromoveerd tot deskundigen op wiens oordeel elke burgemeester mag afgaan. En dat doen ze maar al te gretig.

 

Iedere burgemeester kan een coffeeshop sluiten als het bureau concludeert tot een ernstig gevaar dat een vergunning kan worden gebruikt om strafbare feiten mogelijk te maken, zoals het bezit van cannabis. Dat dezelfde burgemeester juist hiervoor een gedoogverklaring heeft gegeven deert de rechter niet. Zodra buiten de gedoogregels werd getreden om de achterdeur te bevoorraden staat de Raad van State als hoogste rechtscollege altijd klaar om toe te staan dat coffeeshops om volstrekt onbeduidende redenen werden gesloten.

 

Als een coffeeshophouder naar de rechter stapte verloor hij steevast en werd de burgemeester tot deze maand de hand boven het hoofd gehouden door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de  Raad van State. Elke advocaat die op goede gronden betoogde dat een coffeeshophouder juist een vergunning kreeg om strafbare feiten te begaan werd door diezelfde Raad van State afgedroogd. Elke uitleg dat een veroordeling voor aanvoer van cannabis nou eenmaal business as usual is voor een coffeeshophouder werd meedogenloos gelogenstraft door dit hoogste rechtscollege. Maar waarom krijgen coffeeshophouders dan nog steeds een gedoogverklaring?

 

Een positieve wending in de rechtspraak

 

Het is opmerkelijk en verrassend dat de Raad van State deze maand een streep heeft getrokken door deze hypocriete rechtspraak. Tot deze zomer werden coffeeshophouders gestraft en werden hun bedrijven gesloten als zij zich bezoldigden aan bevoorrading, dus het hebben van een stash.

 

Deze zomer oordeelde de Raad van State nog vernietigend over een exploitant die in 2000 en 2008 maar liefst 150 en 204,5 (!) gram cannabis voorhanden had. De rechters vertelden dat deze ernstige misdrijven buiten de grenzen van het gedoogbeleid vielen en dus mochten veroordelingen tot een paar honderd euro boete voor het bezit van luttele hoeveelheden cannabis buiten de shop aan een negatief Bibob advies ten grondslag liggen. Door deze huichelachtige redenering zijn de afgelopen jaren op meedogenloze wijze sluitingen van vele goed florerende bedrijven en gedwongen ontslag van personeel gemeengoed geworden in de cannabispraktijk.

 

Maar deze zomer verschenen kort na elkaar twee belanghebbende uitspraken in strafzaken over de achterdeur van twee verschillende gerechtshoven. Gerechtshoven zijn het zat om nog langer te straffen voor het bezit van cannabis ten behoeve van aanvoer.

 

Het kan geen toeval zijn dat direct nadat deze uitspraken bekend werden de Raad van State plotseling een veel genuanceerdere toon aanslaat als het gaat om een stash en consequenties voor de vergunning.

 

Wat is er nieuw?

 

Begin deze maand oordeelde de Raad van State over een exploitant in Nieuwegein die vanaf 2008 tot en met 2011 structureel de Opiumwet heeft overtreden door een voorraad aan te houden die fors meer was dan 500 gram. Dat had hij op advies van de belastingdienst keurig in zijn boekhouding vermeld. Maar er was nooit cannabis aangetroffen. De burgemeester van Nieuwegein tilde zwaar aan twee hals misdrijven uit het verleden. De man uit Nieuwegein had de officier van justitie € 500,00 en € 400,00 voldaan voor overtredingen van de Opiumwet. Hij was niet binnen de grenzen van het gedoogbeleid gebleven bij de exploitatie van zijn coffeeshop, net als vele andere exploitanten die een achterdeur-overtreding begaan.

Wat zegt de Raad van State over oude boetes voor het bezit van kleine hoeveelheden cannabis buiten de coffeeshop? Deze zijn niet langer relevant gelet op het tijdsverloop. Dat is vreemd en nieuw omdat tot deze maand stokoude veroordelingen voor het bezit van minimale hoeveelheden cannabis onvermijdelijk leidden tot  intrekking van vergunningen.

De exploitant pleegde geen andere strafbare feiten dan die onlosmakelijk met de exploitatie van een coffeeshop zijn verbonden en hij was niet betrokken bij enige vorm van georganiseerde criminaliteit. Van verdachte geldstromen is niet gebleken.

Tot slot acht de Afdeling van belang dat de burgemeester de verkoop van softdrugs in de coffeeshop heeft gedoogd terwijl voor hem duidelijk had moeten zijn dat de coffeeshop druk werd bezocht en een hoge omzet genereerde.

Vooral deze laatste overweging illustreert het voortschrijdend inzicht van deze rechters en opent de mogelijkheid dat deze hoogste bestuursrechters eindelijk met enige realiteitszin recht zullen spreken en coffeeshophouders niet langer verwijten dat ze tien jaar geleden 140 gram cannabis thuis hadden liggen. Op deze overwegingen is in het verleden een aantal coffeeshops voorgoed gesloten en dat tart ieders gevoel van rechtvaardigheid.

Dat de Raad van State een negatief advies van bureau Bibob naast zich neerlegt is volstrekt nieuw. Dat dit is gedaan met argumenten die advocaten al jaren volkomen terecht, maar tot nu toe tevergeefs, aanvoeren is uniek. Het goede nieuws is dat deze rechters de stoute schoenen hebben aangetrokken en niet langer als een geblindeerde Vrouwe Justitia afgaan op het oordeel van het Landelijk Bureau Bibob. Wordt vervolgd.

Amsterdam, 16 september 2014