In de dagelijkse praktijk van coffeeshops wordt regelmatig de vraag gesteld op welke afstand de stash (voorraad wiet en hasj) moet worden bewaard. Dit leidt tot grote onduidelijkheid en daarom besteed ik deze maand aandacht aan deze problematiek.

Allereerst moet worden bedacht dat een coffeeshophouder vandaag de dag helemaal geen stash mag aanhouden. De belastingdienst eist vaak bij controles dat de kilo’s voorraad achter de achterdeur in de boeken moeten worden opgenomen, maar dat raad ik iedereen ten stelligste af omdat zodoende wordt aangegeven dat de coffeeshophouder stelselmatig de wet overtreedt en hij dicht aanschuurt tegen een criminele organisatie. Stashplaatsen plegen door meerdere personen te worden beheerd en bevoorraad en dan vorm je gewoon een criminele organisatie. Dat is voldoende voor intrekking van de vergunning en gedoogverklaring, om nog maar te zwijgen van een reactie van de officier van justitie. Niet doen dus.

Handelsvoorraad

Als een coffeeshophouder onverhoeds toch wordt aangetroffen met een flinke voorraad van bijvoorbeeld 20 kilo, hoeft dit niet te betekenen dat de gedoogvoorwaarde van maximaal 500 gram handelsvoorraad is overtreden. Hierover zijn interessante uitspraken bekend. Dezer dagen loopt een proces in de Amsterdamse rechtbank waarin volgende maand uitspraak wordt gedaan.

In deze Amsterdamse zaak wordt de vraag aan de orde gesteld of een voorraad softdrugs van ongeveer 20 kilo, die buiten de coffeeshop voorhanden was en bestemd was voor verkoop in de coffeeshop, moet worden gerekend tot handelsvoorraad van maximaal 500 gram in de coffeeshop en van invloed is op de vraag of het voorschrift is geschonden dat in de coffeeshop niet meer dan 500 gram softdrugs voorhanden mag zijn.

Als de gedoogvoorwaarden van de coffeeshop inderdaad zijn geschonden door de aanwezigheid van softdrugs elders, doemt een veel belangrijker vraag op, namelijk of hiermee alle inkomsten van de coffeeshop als van misdrijf afkomstig moeten worden beschouwd (dus witwassen) en door de officier van justitie kunnen worden teruggevorderd. Het antwoord op deze vraag is ja, en daarom is het van groot belang om precies te weten wat de rechter oordeelt over de stash en de coffeeshop. Niemand wil zijn zuurverdiende geld in één klap aan justitie betalen omdat hij een logistiek foutje heeft gemaakt achter de achterdeur.

Als de coffeeshophouder binnen de gedoogvoorwaarden zijn winsten heeft behaald zijn deze volledig legaal en niet vatbaar voor inbeslagname of ontneming door justitie. Als niet geheel binnen de gedoogvoorwaarden is gewerkt, zijn de winsten wel vatbaar voor invordering. Oppassen dus. Het volgende is van belang.

AHOJG criteria

De vraag of de 500 grams regel is overtreden bij het aantreffen van een stash van een coffeeshop elders is door de Raad van state bij herhaling beantwoord. In een uitspraak
was op de eerste verdieping boven een coffeeshop 127 kilo hash aangetroffen. In de coffeeshop was overigens ook veel meer dan 500 gram voorradig. Omdat de exploitant betrokken was bij deze softdrugs op de eerste verdieping (die als opslag/werkruimte fungeerde van de coffeeshop) en er sprake was van een directe relatie tussen de coffeeshop en de hoeveelheid softdrugs op de eerste verdieping, mocht de rechtbank deze softdrugs betrekken bij de vraag of tegen de coffeeshop mocht worden opgetreden. Gevolg was dus dat de exploitant niet binnen de AHOJG criteria was gebleven en met de huidige stand van zaken de winsten kunnen worden teruggevorderd.

In een andere uitspraak stond de vraag centraal of de aanwezigheid van 18 kilo softdrugs in een woning gelegen op 150 meter van de coffeeshop tot gevolg heeft dat de gedoogvoorwaarde van maximaal 500 gram is overtreden. Deze 18 kilo was bestemd voor de coffeeshop, een beter voorbeeld van een stashplek is nauwelijks denkbaar.

De rechter was van mening dat als een voorraad van 18 kilo elders in de straat van de coffeeshop als stash wordt aangetroffen, dit niet tot gevolg heeft dat maatregelen tegen de coffeeshop kunnen volgen. Deze hoeveelheid in de stash kan niet worden opgeteld bij de handelsvoorraad in de coffeeshop. De officier van justitie kan dus geen winsten ontnemen van de exploitant omdat hij keurig binnen de AHOJG criteria is gebleven.

Alleen als er een directe relatie bestaat tussen de coffeeshop en drugs die zijn aangetroffen in andere delen van het pand waar de coffeeshop is gevestigd kan dit wel consequenties hebben. Dat was het geval in de Checkpoint uitspraak; de softdrugs in het kantoor achter de coffeeshop mochten worden meegerekend omdat het kantoor zich bevond in het lokaal waar de coffeeshop gevestigd was en er daarom een directe relatie werd aangenomen.

Wees op je hoede

Het blijft oppassen geblazen omdat de Hoge Raad heeft bepaald dat als een coffeeshophouder elders strafbare feiten pleegt door klanten vanuit zijn coffeeshop door te sturen naar een woonboot om daar ook cannabis te kopen, hij over de schreef gaat. Dat kan tot intrekking van de vergunning leiden en tot invordering van winsten.

In Amsterdam ten slotte wordt het criterium ‘nagenoeg direct beschikbaar’ gehanteerd, dat wordt ingevuld met de factoren tijd en afstand. Als een coffeeshop binnen vijf minuten kan worden bevoorraad vanuit de stash dan wordt deze voorraad opgeteld bij de handelsvoorraad in de coffeeshop en kan tot sancties tegen de coffeeshop leiden.

Deze uitspraken zijn voor de praktijk van coffeeshops van groot belang omdat als een coffeeshop de 500 gramsregel overtreedt door het aanhouden van een stash, de gehele winst van een coffeeshop als witwassen wordt beschouwd, en dus in aanmerking komt om door justitie te worden ingevorderd. Dat kan oplopen tot niet mis te verstane bedragen. Wees dus op je hoede.

 

Amsterdam, augustus 2011                           Maurice Veldman

 

Dit artikel verscheen in september 2011 in het maandblad Essensie